Creativiteit versus knutselen
(of: Waarom ik een trotse anti-knutselaar ben)

Waarom knutselen niet hetzelfde is als creativiteit ontwikkelen
Toen ik als zzp’er werkte in de naschoolse opvang, viel het me op. Er was weinig aandacht voor het ontwikkelen van creativiteit in de activiteiten die kinderen aangeboden kregen.
Steeds opnieuw zag ik hetzelfde: kinderen die een voorbeeld moesten namaken dat bedacht was door een volwassene. De muren hingen vol met nagenoeg identieke werkjes.
Als creatieveling (en ja, anti-knutselaar) vond ik dat zó zonde. Want kinderen barsten van zichzelf van de fantasie. Als we hen alleen maar laten uitvoeren wat iemand anders bedacht heeft, leren we ze niet om zelf te denken. We leren ze ook niet om zelf te creëren.
Natuurlijk stap-voor-stap knutselen is goed voor de fijne motoriek. Dat is óók belangrijk. Maar het is iets totaal anders dan creativiteit ontwikkelen.
Vrijheid, fantasie en falen: zo groeit creativiteit echt
En dat is precies wat kinderen juist zó nodig hebben. In een tijd waarin schermen steeds meer aandacht opslokken, zie ik kinderen die moeite hebben met vrij spelen. Met fantaseren. Met zélf iets verzinnen. En dat raakt me. Want ik geloof dat ieder kind het in zich heeft maar we moeten het ze ook durven laten oefenen.
Gelukkig zie ik dat er iets verandert. Dat er meer ruimte komt voor vrijheid, eigenheid en onderzoekend leren. Ik ben blij dat ik daar deel van uitmaak. Ik kan kinderen workshops bieden waarin ze wél mogen falen. Ze kunnen zelf verzinnen, bouwen en ontdekken. Daar hebben ze op de lange termijn véél meer aan dan een keurig geknutseld wc-rol vlinder.
Wanneer we kinderen alleen maar voorbedachte werkjes laten maken, leren we in feite creativiteit af. Ook leren we het vorm geven aan eigen ideeën af.
